Op het afnamemoment M8 zijn de leerlingen gemiddeld iets vaardiger dan op het afnamemoment B8. In de tabel staan twee kolommen met een indeling in niveau-groepen op het afnamemoment B8. Deze gegevens zijn voor u van belang als u de toets eind oktober/begin november afneemt. Er staan in de tabel ook twee kolommen met de indeling in niveaugroepen op het afnamemoment M8. Deze gegevens moet u gebruiken als u de toets in de tweede helft van januari of begin februari afneemt.
Voorbeeld
Een voorbeeld: Isa heeft de toets (deel 1, 2, 3 en 4) begin november gemaakt en heeft een toetsscore van 60 gehaald (als u alleen het aantal fouten heeft genoteerd dat Isa heeft gemaakt, kunt u de gegevens ook snel uit de tabel aflezen). In de tabel kunt u aflezen dat bij een toetsscore van 60 op afnamemoment B8 een vaardigheidsscore hoort van 101. Bij deze vaardigheidsscore hoort op het afnamemoment B8 niveau C (als u de indelingen A tot en met E hanteert) en niveau III (als u de indeling 1 tot en met V gebruikt).
In de tabel is ook een kolom opgenomen met het score-interval. De vaardigheidsscores geven weliswaar de beste schatting van de rekenvaardigheid, maar u moet zich realiseren dat niet kan worden uitgesloten dat de werkelijke vaardigheid iets hoger of lager ligt dan door de scores wordt aangegeven. Hoeveel hoger of lager kunt u zien in de kolom score-interval van de omzettings-tabellen. Daar is voor iedere score aangegeven wat de mogelijke afwijking is naar boven en naar beneden, het score-interval. Het score-interval is hier zo gekozen dat ongeveer 70% van de mogelijke afwijkingen binnen het interval valt. Wanneer dit interval vooral van belang is en hoe u dit interval moet interpreteren kunt u de handleiding lezen.